Afschrijven op onderdelen van gebouwen toch mogelijk?

Sommige investeringen in onroerende zaken slijten sneller dan de onroerende zaak zelf. Denk bijvoorbeeld aan winkelpuien, sanitair, tussenwanden en dergelijke. Vanaf 1 januari 2007 mag op snel slijtende onderdelen niet meer afzonderlijk fiscaal worden afgeschreven. Kunnen daarom de kosten van sneller slijtende investeringen in onroerende zaken niet meer in aftrek worden gebracht? Nee, zo is het niet. Het is er echter niet eenvoudiger op geworden.

 Voor de aftrek van snel(ler) slijtende investeringen bestaan verschillende methodes:

  1. Bij de afschrijving op het gebouw wordt geen rekening gehouden met de aanschaffingskosten van de onderdelen. De aanschaffingskosten voor de onderdelen zijn als onderhoudskosten ineens aftrekbaar op het moment dat zij zich voordoen;
  2. Bij de afschrijving op het gebouw wordt geen rekening gehouden met de aanschaffingskosten van de onderdelen. Voor de aanschaffingskosten van onderdelen wordt een kostenegalisatiereserve gevormd. De aanschaffingskosten worden ten laste van de kostenegalisatiereserve geboekt op het moment dat zij zich voordoen;
  3. Een hoger afschrijvingspercentage voor de onroerende zaak. De aanschaffingskosten van de onderdelen moeten dan bij de boekwaarde van het gebouw worden gevoegd.

Afschrijvingen komen slechts in aftrek, voorzover de boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde.

 

© College Belastingadviseurs

Geplaatst op: donderdag 13 maart 2008 om 16:58 uur
terug