Verkeerde zuinigheid

De ict-problemen bij de Belastingdienst zijn slecht voor de belastingmoraal en leiden tot verharding in de opstelling van burgers en bedrijven tegen de Belastingdienst. Het duurt nog ongeveer 8 jaar voordat de Belastingdienst de automatiseringsprocessen op orde heeft. Te verwachten valt dus, dat burgers en bedrijven in die tijd nog wel eens de gevolgen ondervinden van ict-problemen. Voor de belastingmoraal is het daarom van groot belang, dat de Belastingdienst daar waar mogelijk maatschappelijk inlevingsvermogen laat zien. Te vaak echter geeft het optreden van de Belastingdienst blijk van verkeerde zuinigheid.

Neem nu de vergoeding van heffingsrente. Wat is het geval? Vanaf 1 juli van het jaar waarover een aanslag wordt vastgesteld tot 1 januari van het volgende jaar loopt de heffingsrenteteller. De belastingplichtige moet heffingsrente betalen als hij na het indienen van zijn aangifte inkomstenbelasting nog moet bijbetalen. Daar staat tegenover dat de belastingplichtige heffingsrente vergoed krijgt, als hij na het indienen van zijn aangifte belasting blijkt terug te krijgen. Althans, dat zou men verwachten. Maar in de praktijk vergoedt de Belastingdienst vaak geen heffingsrente. Een belastingplichtige (onderneming) die dat onredelijk vond heeft dat aan de kaak gesteld. Uiteindelijk heeft de Rechtbank Breda geoordeeld, dat de Belastingdienst heffingsrente had moeten vergoeden.

En wat is nou zo vreemd? De Belastingdienst legt zich er kennelijk niet bij neer, want tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda is hoger beroep aangetekend! De wetgeving die aan de discussie ten grondslag ligt, is technisch en aan ‘gewone burgers’ nauwelijks uit te leggen. Maar de Belastingdienst lijkt zich er ook niet van bewust te zijn, dat geen heffingsrente vergoeden helemaal niet valt uit te leggen. Bovendien is het in strijd met de informatie op www.belastingdienst.nl: “Als u geld terugkrijgt, krijgt u van ons ook rente over dit bedrag: heffingsrente. Maar als u moet bijbetalen, betaalt u heffingsrente. Voor de berekening van de rente gaan wij in beide gevallen uit van de periode tussen 1 juli van het belastingjaar en de datum van de aanslag.”

Conclusie:
Vergoedt de Belastingdienst naar uw mening ten onrechte geen heffingsrente? U kunt dan twee dingen doen. Niets. Het financieel belang is immers vaak vrij gering. Bent u principieel of is het financiële belang groter? Dan kunt u bezwaar maken tegen de vermindering (ook al staat op de aanslag zelf, dat bezwaar niet mogelijk is) onder verwijzing naar de uitspraak van Rechtbank Breda. U moet wel bereid zijn om te procederen, want de Belastingdienst zal uw bezwaar vermoedelijk afwijzen. Wij zullen er ondertussen bij de Belastingdienst op aandringen om rekening te houden met de belastingmoraal en bij de berekening van de heffingsrente niet alleen naar zichzelf toe te rekenen.

Bron:
Rechtbank Breda, 3 juli 2008, nr. 07/5465

© College Belastingadviseurs

Geplaatst op: vrijdag 2 januari 2009 om 08:28 uur
terug