Eindejaarstips 2011 BTW
Nieuwe regeling voor btw privégebruik auto
Met ingang van 1 juli 2011 is de regeling voor de btw-correctie privégebruik auto belangrijk gewijzigd. Vanaf dat moment wordt het privégebruik van een auto van de zaak voor de btw belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Het woon-werkverkeer wordt als privégebruik aangemerkt. Met ingang van 1 juli 2011 wordt niet langer de bijtelling voor de inkomsten- en loonbelasting als uitgangspunt genomen voor de bijtelling voor de btw. Het privégebruik auto is voor de btw vanaf 1 juli 2011 als fictieve dienst belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Daarbij geldt dat het woon-werkverkeer niet langer als zakelijk gebruik wordt aangemerkt maar als privégebruik. Aangezien het bijhouden en administreren van het werkelijke privégebruik een flinke klus is, wordt goedgekeurd dat 2,7% van de catalogusprijs van de auto (dat is de prijs inclusief btw en bpm) als correctie voor de btw in aanmerking wordt genomen. Als aangetoond kan worden dat het werkelijk privégebruik lager is, mag de btw gecorrigeerd worden over dit lagere bedrag. Dit zal vooral bij wat oudere auto’s of auto’s die onder de btw-margeregeling zijn aangekocht het geval zijn. Als de werknemer een vergoeding betaalt aan de werkgever voor het ter beschikking stellen van de auto, moet de werkgever over die vergoeding 19% btw afdragen. Om te voorkomen dat de btw-correctie op die manier wordt ontgaan, wordt de btw-correctie in dit soort situaties gesteld op de normale waarde van het privégebruik die tenminste gelijk is aan de door de ondernemer gemaakte uitgaven voor het privé gebruik.
De nieuwe regeling is op 1 juli 2011 in werking getreden en is een gevolg van jurisprudentie waarbij werd aangevochten dat de btw-correctie moest worden berekend over het bijtellingspercentage van het privégebruik auto voor de inkomsten- en loonbelasting. De ondernemer vond het niet terecht dat over een auto met een bijtelling van 14% een lagere btw-correctie hoefde te worden gedaan dan over een auto met een bijtellingspercentage van 20% of 25%. De ondernemer kreeg gelijk van Rechtbank Haarlem. Iedere
ondernemer voor de btw, in de periode vóór 1 juli 2011 kan op grond van de uitspraak van Rechtbank Haarlem een beroep doen op een btw-correctie over het lagere bijtellingspercentage van 14% en mogelijk zelfs over het vanaf 2010 geldende bijtellingspercentage van nihil voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van nul. Dat geldt ongeacht of voor de loon- en inkomstenbelasting wel een hoger percentage bijgeteld moet worden. Het is raadzaam om tegen de btw-correctie over het eerste half jaar van 2011 bezwaar aan te tekenen.
Corrigeer tijdig btw-aangiften over 2011
Als blijkt dat u over 2011 te weinig btw heeft aangegeven kunt u dat het beste corrigeren en meteen betalen, vóór 1 april 2012. Doet u het na die datum dan bent u namelijk heffingsrente verschuldigd. Als de correctie groot is krijgt u bovendien een boete opgelegd. U mag de correctie van de aangegeven btw over het jaar 2011 niet aangeven in de laatste aangifte van het jaar; u dient dit middels het formulier Suppletie Omzetbelasting te doen. Bij correcties van € 20.000 of meer of bij correcties van 10% of meer van de al aangegeven en afgedragen btw is een administratieve boete verschuldigd van 5% met een maximum van € 4.920. De regels worden per 2012 aangescherpt. Als de btw-ondernemer ontdekt dat hij te veel of te weinig btw heeft afgedragen moet hij op eigen initiatief een suppletie btw indienen. Doet hij dat niet tijdig, dan riskeert hij een boete van 100% van het niet of het te laag aangegeven en afgedragen bedrag aan btw.
Vraag btw over dubieuze debiteuren terug
Door de crisis zal het vaker dan voorheen voorkomen dat u slecht of niet-betalende debiteuren heeft. Als u bij de inspecteur een verzoek indient kunt u de btw die u al heeft afgedragen op de facturen van deze debiteuren terug krijgen. Het is wel noodzakelijk dat u stukken heeft waaruit de oninbaarheid blijkt. Het verzoek doet u binnen één maand na het aangiftetijdvak waarin duidelijk is geworden dat de debiteur de factuur niet betaalt.
Check herziening van btw
Als u in het verleden roerende of onroerende zaken heeft gekocht waarbij btw geheel of deels in aftrek is gebracht, dan kan het zijn dat deze btw-aftrek moet worden herzien. Herziening kan zich voordoen als het gebruik van de roerende of onroerende zaken wijzigt. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een pand in de loop van 2011 bent gaan gebruiken voor vrijgestelde prestaties terwijl u voorheen btw-belaste prestaties verrichtte. Andersom is ook mogelijk; u bent een pand gaan gebruiken voor belaste prestaties, terwijl u voorheen vrijgestelde prestaties verrichtte. In beide gevallen moet u de btw herzien. Voor onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van tien jaar, voor roerende zaken geldt een termijn van vijf jaar. Op het investeringstijdstip moet al rekening worden gehouden met privégebruik dus met een beperkte aftrek van de voorbelasting met een eventuele correctie in de komende vijf of tien jaar.
Vorm of verbreek een fiscale eenheid btw
Een fiscale eenheid voor de btw kan uit praktisch oogpunt voordelig zijn. De in de fiscale eenheid opgenomen ondernemingen hoeven op onderlinge prestaties immers geen btw te berekenen. Er kleven echter ook nadelen aan zo´n fiscale eenheid. Het belangrijkste nadeel is de hoofdelijke aansprakelijkheid die bestaat voor de btw-schulden van alle ondernemingen die deel uitmaken van de fiscale eenheid. Het verbreken van een fiscale eenheid moet zo snel mogelijk schriftelijk aan de Belastingdienst worden gemeld. De hoofdelijke aansprakelijkheid loopt anders ten onrechte door en dat kan grote gevolgen hebben. Tijdig melden dus! Overigens wordt een verzoek om verbreking van de fiscale eenheid door de Belastingdienst slechts geaccordeerd als er in financieel, organisatorisch of economisch opzicht geen sprake meer is van een eenheid.
Kleine-ondernemersregeling
De omzetbelasting kent een speciale regeling voor ondernemers/natuurlijke personen die op jaarbasis maximaal € 1.883 aan btw verschuldigd zijn. Dit bedrag is na aftrek van de voorbelasting. Als u in aanmerking komt voor deze regeling hoeft u een deel of de gehele btw niet te voldoen. Als u op jaarbasis niet meer dan € 1.345 aan btw bent verschuldigd geldt een volledige vermindering. U moet er wel rekening mee houden dat het bedrag van de vermindering tot het inkomen in box 1 hoort, dus helemaal belastingvrij is de regeling niet. Als de verschuldigde btw op jaarbasis minder bedraagt dan € 1.345 kunt u de Belastingdienst zelfs verzoeken om een ontheffing van de factureer- en aangifteverplichting. De Belastingdienst zal bij tegemoetkoming aan dit verzoek wel voorwaarden stellen.
B2B-diensten voor de btw
Per 1 januari 2010 is de btw-regeling vereenvoudigd voor ondernemers die grensoverschrijdende diensten verrichten binnen de EU. Vanaf deze datum geldt voor diensten van bedrijven die aan andere bedrijven diensten verrichten (de zogenoemde business to business (B2B-diensten) het bestemmingslandbeginsel.
Bepalend voor de btw is de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd. De regeling houdt in dat een Nederlands bedrijf die aan een in een ander EU-land gevestigd bedrijf een dienst verricht, de btw verlegt naar deze buitenlandse ondernemer. De Nederlandse btw-ondernemer moet in dat geval nog wel een opgave van deze EU-diensten verstrekken aan de Belastingdienst. Op de B2B-regeling gelden diverse uitzonderingen. Zo zijn bijvoorbeeld vervoersdiensten of de verhuur van vervoermiddelen van de regeling uitgezonderd.
Btw aangifte doen per maand of per kwartaal?
Btw-aangiften mogen per maand of per kwartaal worden gedaan. Het doen van aangifte per kwartaal levert de ondernemer een liquiditeitsvoordeel op. Daarnaast zijn ook de administratieve lasten van een kwartaalaangifte minder groot dan bij een maandaangifte. Als de aangifte btw doorgaans tot een teruggave leidt, is het voordeliger om de aangifte btw per maand te blijven doen of te gaan doen.
© Copyright Fiscaal up to Date
Geplaatst op: vrijdag 16 december 2011 om 08:34 uur